Ik kwam een heel interessant artikel tegen uit 2010, waaruit een verband blijkt tussen de taal die je spreekt en de manier waarop je denkt. Hoe denk je immers? Gebruik je taal als je over iets nadenkt? En als er voor een bepaald concept in jouw taal geen woord of uitdrukking bestaat, kun je er dan wel over nadenken?
Het blijkt dat taal bijvoorbeeld een vrij grote invloed kan hebben op je ruimtelijk inzicht. Wij hebben het vaak over links en rechts, relatief ten opzichte van onszelf, terwijl er stammen bestaan die posities altijd benoemen vanuit de windstreken (de absolute richting dus). De mensen in deze stammen hebben een geweldig richtings- en oriëntatiegevoel.
Het leren van een tweede taal voegt dus meer toe dan alleen het verstaan van mensen die die taal spreken. Je zou kunnen zeggen dat je daarbij ook een nieuwe manier van denken aanleert. Eentje waarin je misschien bepaalde dingen kunt uitdrukken die je voorheen niet kon uitdrukken.
Ook heeft formulering veel invloed op hoe je iets beoordeelt. Wordt een gebeurtenis passief of actief gepresenteerd? Dit maakt uit voor je indruk van wat er gezegd/gebeurd is. Neem het voorbeeld uit het artikel: de ‘nipplegate’ van Janet Jackson en Justin Timberlake. Justin scheurt het kostuum van Janet, waarbij een tepel te zien is. De onderzochte groep mensen krijgt eerst te horen wat ze gaan zien, op een bepaalde manier geformuleerd, en vervolgens wordt de video getoond. Als dit wordt gepresenteerd zoals ik het net formuleerde, dus “Justin scheurt het kostuum”, dan hebben mensen een negatiever oordeel over de gebeurtenis, dan wanneer er werd gezegd “Het kostuum werd gescheurd”. De implicaties hiervan zijn niet mals, en politici en Moskovitz en de zijnen maken dankbaar gebruik van dit mechanisme.