Afgelopen zaterdag is mijn tante Aly, de oudste zus van mijn vader, overleden. Ze is 63 jaar geworden. Al een hele tijd was ze ziek, ze had namelijk kanker. Eerst borstkanker, maar na de operatie bleek dat er uitzaaiingen waren in haar hersenen en botten. Ze heeft haar laatste week thuis doorgebracht, met een morfinepompje om de enorme pijn, die ze had, toch wat te proberen te verlichten.
Het voelt heel onwerkelijk dat ze dood is. Iemand van de generatie van mijn ouders. Dat komt opeens heel dichtbij. Mijn ouders kwamen zaterdag net terug van vakantie en een uurtje later ging de telefoon met dit bericht. Zij zijn erg aangeslagen natuurlijk. Aly is de eerste. Haar vijf zussen en drie broers kwamen gistermiddag bij elkaar om alles te regelen. Ze wordt aanstaande vrijdag begraven.
Toen ik nog heel klein was gingen we elk jaar op vakantie in het huis van Aly en Albert in Emmen. Van daaruit lekker fietsen en naar de dierentuin, en niet te vergeten spelen bij de “sproeiers”. We pasten op hun kat en aten de kattenbrokjes mee (ja, we waren nog erg klein). We sliepen in de slaapkamers van Bertin en Rolf, hun kinderen. Een gewoon, leuk gezin. En nu is de moeder weggevallen. Het had ook ons gezin kunnen overkomen. Ik wens Albert, Bertin en Rolf heel veel sterkte toe.