En in dat tijdsgewricht zien we in Europa een politieke beweging ontstaan die niets anders doet dan ressentiment exploiteren. Bezig met het stimuleren van boosheid, niet werkelijk geïnteresseerd in oplossingen en die geen ideeën heeft. Een beweging die ook geen oplossingen wil, omdat ze de misstanden nodig heeft om te kunnen blijven schelden en haten. Want dat is de belangrijkste karakteristiek: schelden om te schelden en haten om te haten. Het maatschappelijk ressentiment wordt botgevierd op een zondebok die de schuld krijgt van alles. Tegelijk beschouwt deze beweging zichzelf als het eeuwige slachtoffer van ‘links’ of ‘de elite’, en koestert ze een diepe weerzin jegens intellectuelen, kosmopolieten en iedereen die en alles wat ‘anders’ is. Deze politiek wordt niet zozeer gevoed door domheid maar door halfbeschaving, te herkennen aan het voortdurend gebruik van slogans en frasen. Het is een reactionaire politiek die stelt dat alles vroeger beter was en dat alles beter wordt als het eigen volk gezuiverd is van volksvreemde elementen die altijd alles verpesten.
Dit citaat is van Menno ter Braak, 1937